Jerry Wexler

Gerald Wexler (1917 – 2008) was een muziekjournalist die later producent werd en een grote invloed had op de Amerikaanse populaire muziek van de jaren vijftig tot de jaren tachtig. Hij was een integraal onderdeel van het ondertekenen en of produceren van veel van de grootste acts van die tijd, waaronder Ray CharlesThe Allman Brothers, Chris Connor, Aretha FranklinLed ZeppelinWilson PickettDire StraitsDusty Springfield en Bob Dylan. Wexler werd geboren in The Bronx, New York City, als zoon van een Duits-Joodse vader en een Pools-Joodse moeder. Hij groeide op in de wijk Washington Heights in Upper Manhattan. Ondanks dat hij op vijftienjarige leeftijd afstudeerde aan de George Washington High School, stopte hij na twee semesters met het City College of New York. In 1935 schreef Wexler zich in aan wat nu de Kansas State University is, waar hij enkele jaren met tussenpozen studeerde. Na zijn dienst in het leger werd Wexler een serieuze student en hij studeerde in 1946 af met een BA in journalistiek. Tijdens zijn tijd als redacteur, verslaggever en schrijver voor Billboard Magazine, bedacht Wexler de term rhythm and blues. Wexler werd partner bij Atlantic Records in 1953. Er volgden klassieke opnames met Ray CharlesThe Drifters en Ruth Brown. Met Ahmet en Nesuhi Ertegun bouwde hij Atlantic Records uit tot een belangrijke kracht in de platenindustrie. In de jaren zestig nam hij Wilson Pickett en Aretha Franklin bij de hand en hield hij toezicht op de productie van Dusty Springfield’s veelgeprezen Dusty in Memphis en Lulu’s New Routes albums. Hij cultiveerde ook een hechte relatie met Stax Records, was een enthousiast voorstander van de toen ontwikkelende Muscle Shoals Sound en de Muscle Shoals Rhythm Section. In 1967 werd hij uitgeroepen tot Record Executive of the Year voor het omkeren van Aretha Franklin’s carriere. In november 1966 liep Franklins Columbia-platencontract af; op dat moment was ze het bedrijf geld verschuldigd omdat de recordverkoop niet aan de verwachtingen had voldaan. In samenwerking met Wexler en Atlantic was Franklin in 1968 de meest succesvolle zangeres van de VS. Zijn werk in dit decennium plaatste Atlantic in de voorhoede van de soulmuziek. In 1968 liet hij samen met Ahmet Ertegun Led Zeppelin bij Atlantic Records tekenen op aanbeveling van zangeres Dusty Springfield. Met de sterke catalogus werd Atlantic Records in 1968 gekocht door Warner Bros. Records. In 1975 verhuisde Wexler van Atlantic naar het moederbedrijf Warner Records. In 1979 produceerde Wexler mede Bob Dylan’s Slow Train Coming bij Muscle Shoals; een single van dat album, Gotta Serve Somebody, won in 1980 een Grammy Award. En ook Saved van Dylan werd door Wexler geproduceerd. In 1987 werd Wexler opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame. Hij trok zich terug uit de muziekbusiness in de late jaren negentig. Gedurende het grootste deel van die jaren woonde Wexler op David’s Lane in East Hampton, New York.

Albums in mijn Album Top 1760 die Wrexler heeft geproduceerd:

  • (12) Champion Jack Dupree – Blues From The Gutter
  • (18) Aretha Franklin – I Never Loved A Man The way I Love You
  • (85) Big Joe Turner – The Boss Of The Blues (samen met Nesuhi Ertegun)
  • (603) Dusty Springfield – Dusty In Memphis (samen met Arif Mardin en Tom Dowd)

This entry was posted in Blog and tagged . Bookmark the permalink.