Recensies 1246 – 1346

1311-1320, 1321-1330, 1331-1340, 1341-1350

(1302) Kings of Leon – Only By The Night (2008)

Kings of Leon blijkt een echte familieband te zijn met drie broers en een neef met dezelfde achternaam (Caleb, Nathan, Jared en Mathew Followill). Het is een van de interessantste bands van de jaren tien, vooral in de periode dat dit vierde album verscheen (dit jaar blijkt er in mei een nieuw album uitgekomen te zijn). Op festivals als Glastonbury, Rock Werchter, Reading & Leeds en op T In The Park waren ze met hun wijdse stadionrock grote helden. Met de muziek op Only By The Night (dit is het enige album dat ik van deze band heb) is bepaald niets mis. Zanger Caleb Followil met een fijne zuiderlijke twang in zijn stem bevalt me wel, waarmee hij veel overtuiging in zijn emoties legt. Hij is op z’n minst geloofwaardig. De nummers, met de bas vaak naar voren gemixed en met lekker galmend gitaarwerk, zijn haast hallucinerend, met veel momenten die weelderig zijn en op de een of andere manier kalmerend. De openingstrack Closer is misschien een beetje wennen aan die stem van de zanger (nee hij is geen uitzondering – aan veel zangers moet je wennen) maar de rest van de CD blijkt echt een soort van orkaankracht te zijn met heel wat nummers die blijven hangen zoals 17, Crawl, Manhattan en I Want You. Van de singles die van dit album afkomstig zijn: Sex On Fire, Use Somebody, Revelry, Notion, Crawl en Frontier City, heeft vooral Notion hoog in de Nederlandse Top 40 gestaan. Geproduceerd door Angelo Petraglia en Jacquire King (AT 1760 – Of Monsters and Men, Robert Ellis). Opgenomen in Blackbird (AT 1760 – The Raconteurs, Alison Krauss & Union Station, Robert Ellis, Buddy Guy, Pistol Annies) in Nashville. En uitgebracht door RCA (AT 1760 – o.a. Odetta, Bintangs, Waylon Jennings, Dave Matthews Band en Eddy Arnold).

(1303) Temples – Sun Structures (2014)

Ooit waren er de sixties. Nog steeds een inspirerende tijd voor vele muzikanten. Psychedelische pop en rock was toen een populaire muziekstroming. En door al die sixties revival bands is dat het eigenlijk nog steeds. Die zullen altijd blijven bestaan. Dat is geen hogere wiskunde. Dat is een feit. En gelukkig maar. In 2014 was Temples daar ook een van de voorbeelden van. Deze psychedelische klanken op Sun Structures, hun debuutalbum uitgebracht in 2014, ademt de sfeer uit van precies die tijd. Klinkt een beetje als Tame Impala. Maar hoewel deze later is uitgekomen vind ik dit album beter. Temples bestaat op deze CD uit James Bagshaw, Thomas Walmsley, Adam Smith en Samuel Toms. Maar de nummers zijn allemaal geschreven door de eerste twee: Shelter Song, The Golden Throne, Mesmerise, The Guesser en Test Of Time door James Bagshaw en Sun Structures, Keep In The Dark en Sand Dance door Thomas Walmsley. Move With The Season, Colours To Life, A Question Isn’t Answered en Fragment’s Light zijn door de twee heren samen geschreven. Misschien komt het wel daarom waarom dit best wel een aardig album is. Twee bandleden die elkaar goed aanvullen en beter willen zijn dan de ander lijkt de creativiteit goed te doen. Ook al is het allemaal al eerder gedaan dus. Ook wat de albumhoes betreft, want die lijkt wel erg sterk op die van Who’s Next van The Who. Opgenomen in de eigen thuisstudio van de band, Pyramid Studio in Kettering, en uitgebracht door Heavenly Records.

(1304) Isaac Hayes – Shaft (1971)

Isaac Hayes, overleden in 2008, was een veelzijdig man. Was acteur in verschillende films, zoals in Escape From New York, schreef samen met David Porter onderandere Soul Man (bekend ook van de Blues Brothers film) en Hold On I’m Coming voor Sam & Dave. Was sessiemuzikant voor vele acts die verbonden waren aan het Stax Records label, waar hij ook nauw samenwerkte met Booker T. & the M.G.’s. En natuurlijk was hij ook bekend van South Park als Chef (hello there children). Hayes ontving meerdere prijzen voor zijn werk als artiest en als componist. Shaft, dat uitgebracht is in 1971, is een soundtrack album van de bekende blaxploitation film met de acteur Richard Roundtree. Hoewel Hayes zelf de hoofdrol in de film had willen spelen is hij alleen als een cameo te bewonderen in de film. Oorspronkelijk had Hayes maar drie nummers voor de film gecomponeerd: Theme From Shaft, Soulsville en Ellie’s Love Theme, maar zou later in het proces ook de rest van het album componeren. En het resultaat mag er dan ook zijn. Hayes wordt op dit album ondersteund door de Stax sessiemuzikanten The Bar-Keys. Deze CD is een zeer fijn en sfeervol southern soul en funk album, met mooie strijkersarrangementen vol met magie, waain de essentie van de hoofdpersoon uitstekend word gevangen door de muziek van Hayes. Altijd in beweging en altijd onderzoekend. En alles uitgebracht en opgenomen door Stax in de Stax studio in Memphis.

(1305) Odd Norstoga – Luring (2004)

Voornamelijk beroemd in Noorwegen en in wat andere landen in Scandinavie. Maar Odd Norstoga zingt de internationale taal van folk muziek. Folk pop welteverstaan. Prachtig. Gezongen in het Noorweegse dialect. Nog mooier eigenlijk. Opgegroeid in een muzikale familie in Vinje, kreeg hij zijn commerciele doorbraak door dit album Luring, en met name door de hit Kveldsong For Deg Og Meg. Veel van de liedjes op deze CD hebben duidelijke connecties met Engelse en Amerikaanse folk (het gebruik van de mondharmonica en accordion in de meeste nummers hebben daar een groot aandeel in). Veel van de liedjes doen traditioneel aan en hebben prachtige arangementen, en allemaal met zijn rustige en ingetogen stem gezongen die oprecht klinkt. Die stem doet me soms echt aan Nick Drake denken. Er staan ook een paar country achtige nummers op zoals Kom en Under Ein Cowboyhatt. Texas klinkt als Noorweegse zydeco en Orda Du Gav Meg klinkt alsof je ergens op de Amerikaanse prairie zit voor een kampvuur. Is verder ook te vergelijken met dat album van landgenoot Annbjorg Lien in mijn 1760 lijst, maar deze vind ik iets beter. Vrolijk wordt je zeker van dit album en dan zit het voor mezelf vaak wel goed. Uitgebracht door Universal Noorwegen.

(1306) Wir Sind Helden – Die Reklamation (2003)

Wir Sind Helden, bestempeld als een Neue Deutsche Welle band, heeft vier studioalbums uitgebracht waarvan Die Reklamation de eerste was. Er zouden er tot en met 201o nog drie volgen. Dit debuutalbum verscheen in 2003. Het is uitstekende radiovriendelijke popmuziek. Lijkt een beetje op Garbage maar dan op z’n Duits. Er staan vier singles op dit album: Guten Tag, Mussen Nur Wollen, Aurelie en Denkmal. De nummers varrieren een beetje van melancholische synthpop, stevige rock en punkachtige uptempo nummers met een lekker catchy gitaargeluid. Er staan ook een paar ballads op. Alles gezongen door een zangeres met een aantrekkelijke stem. De nummers nodigen bijna allemaal uit om mee te zingen. Ist Das So, Guten Tag en Heldenzeit zijn van dat soort nummers. De bandleden – Judith Holofernes, Pola Roy, Mark Tavassol en Jean-Michel Tourette – bewijzen op deze CD dat liedjes in de Duitse taal geen enkele belemmering vormen om dit goede popmuziek te noemen. Maar persoonlijk wist ik dit al. Want dit is Duitse popmuziek op z’n best. Hoewel Wir Sind Helden later zou tekenen bij EMI, is de versie die ik heb nog uitgebracht door het eigen label van de band: Reklamation Records.

(1307) Caro Emerald – Deleted Scenes From The Cutting Room Floor (2010)

Aanvankelijk was deze muziek van Caroline Esmeralda van der Leeuw (zichzelf Caro Emerald noemend) en haar band, een project waar de platenmaatschappijen aanvankelijk niets in zagen. Maar later werd dit album een wereldwijd succes, en werden er 1,3 miljoen exemplaren van verkocht. In Nederland stond dit album dertig weken op een in de Album Top 100. Deleted Scenes From The Cutting Room Floor bood een geluid dat totaal anders was dan wat je toen normaal op de radio hoorde. Het zijn aanstekelijke deuntjes die meteen in je hoofd gaan zitten. Het is ook perfect geproduceerd door bandleden David Scheurs en Jan van Wieringen. Het geluid op dit album is een mengeling van jazz soul, big band, tropicana, lounge, mambo, bossa nova en swing. en doet denken aan jaren vijftig muziek van Perez Prado, Harry Belafonte, The Chordettes, Eden Ahbez en The Andrew Sisters. Emerald heeft een prachtige stem die doet denken aan oude jazz zangeressen als Sarah Vaughan, Dinah Washington en Blossom Dearie. En vooral door die stem weet ze perfect die sfeer van vroeger te vangen en ook vast te houden. Just One Dance, Riviera Life, You Don’t Love Me, The Other Woman, The Lipstick On His Color (een soort van James Bond nummer) zijn voorbeelden van deze zomerse retro sound gewoon uit Amsterdam. Heel mooi allemaal. De singles Back It Up en A Night Like This hebben vooral bijgedragen aan het succes van dit album. Uitgebracht door het eigen opgerichtte label Grandmono))).

(1308) The Pilgrims – Red (1993)

Op You Tube is nog een video te zien uit 2022 dat The Pilgrims een ode brengen aan The Earring van Radar Love. Het laatste album van deze band verscheen ook in dat jaar. Of ze nog steeds bij elkaar zijn in welke samenstelling dan ook is echter de vraag. In 2024 blijken ze nog wel opgetreden te hebben. Buiten kijf staat dat zanger Reniet Vrieze een van de meest markante stemmen heeft in de Nederlandse rock scene. The Pilgrims hebben vanaf 1991 zes albums uitgebracht: Once To Everything, Red, Hurrah, Asylum, Ponksoulrock’nroll en 6IX. Red, uit 1993, is een prima album van een prima Nederlandse band. In de jaren negentig timmerden ze flink aan de weg en waren toen best populair. Echte uitschieters staan er niet op. maar lekker in het gehoor liggen ze wel, zoals No Time, Here Comes That Rain Again, Heaven Knows Your Name en het spaanstalige Heaven. Deze zijn wat mij betreft de beste nummers. De muzikanten (Reniet Vrieze, Persijn Joling, Boris Tames, Jasper Teule, Leon Klaasse) op deze CD verstaan hun vak zeer zeker meer dan uitstekend. Opgenomen in Studio Zeezicht in Haarlem, geproduceerd door Frans Hendrix en het artwerk is van de Nederlandse kunstfotograaf Jerome Esch.

(1309) Doves – Some Cities (2005)

Doves is een Britse indierock band (geen idee of ze nog bij elkaar zijn – optreden doen ze geloof ik niet meer) opgericht in Manchester in 1998 (AT 1760 – o.a. The Smiths, Van Der Graaf Generator, The Stone Roses en Oasis) en bestaat uit de tweelingbroers Jez (gitaar, zang) en Andy Williams (drums, zang) en Jimi Goodwin (zang, bas, gitaar). De drie leden kennen elkaar al vanaf vijftienjarige leeftijd toen ze nog op de middelbare school zaten. Daarnaast heeft de band Martin Rebelski in dienst, als tour- en sessiemuzikant op keyboards. De band bracht tussen 2000 en 2020 vijf studioalbums uit, waarvan er drie de nummer een positie bereikten in de Britse albumhitlijsten. Ook met dit album kregen ze dit voor elkaar. Op het album staan onderandere de drie singles Black And White Town, Snowden en Sky Starts Falling. Met name Black And White Town is een energiek en opzwepend nummer geschikt voor stadions en festivals. Alle nummers zijn geschreven door de drie leden van de band, behalve The Storm dat elementen bevat van een track van de film Snake Eyes van een nummer van Ryuichi Sakamoto. Een groot deel van de opnames vond plaats in een boerderij op het Engelse platteland in de loop van 2004, met uitzondering van afsluiter Ambition, dat werd opgenomen in een leeg benedictijnen klooster in Schotland.

(1310) Turin Brakes – JackInABox (2005)

JackInABox is het derde album van deze uit Londen afkomstige band, die voornamelijk bestaat uit het duo Ollie Knights en Gale Paridjanian, en die elkaar al kennen vanaf hun vroege jeugd. Dit album, verschenen in 2005 als opvolger van Ether Song uit 2003, bevat aanstekelijke zomerse folkpop nummers, die klinken als een koel briesje op een windstille dag ergens op een strand met een lekkere cocktail in je hand. They Can’t Buy The Sunshine, Fishing For A Dream, Above The Clouds en Come And Go zijn als een soort van verkwikkend medicijn tegen winterdepressies. Het zijn nummers om je een echt vakantiegevoel te geven. Misschien niet overal even spectaculair, nee een wereldschokkend album is het ook weer niet, zijn het wel allemaal goed gemaakte en sfeerrijke popliedjes met vooral mooi akoestisch gitaarwerk waar je vrolijk van wordt. En hoewel het dan ook wel geen Beach Boys zijn, hebben ze wel degelijk iets met ze gemeen: de zon, het strand en de energie dat het je kan geven. Dus genieten maar van dit zomerse plaatje, dat overigens hier en daar best wel aan Jack Johnson doet denken. Opgenomen in hun eigen studio in Brixton in 2004.

BACK ON TOP

Albums 1311-1320

(1311) Madilu System – La Bonne Humeur (2007)

Jean de Dieu Makiese, beter bekend als Madilu System, was een Congolese rumbazanger. Hij was ooit lid van de baanbrekende band TPOK Jazz die de Congolese scene domineerde van 1960 tot 1980. Beginnend als tiener in 1969, zong Madilu bij een reeks bands als Orchestre Symba, Orchestre Bamboula, Festival des Maquisards en Fiesta Popular. In 1973 vormde hij onder een nieuwe naam Bialu de band Bakuba Mayopi, die in 1976 een hit had met het nummer Pamba-Pamba, waarna hij vertrok om een nieuwe groep te vormen genaamd Orchestre Pamba-Pamba. Het was echter pas toen Madilu in 1980 samenwerkte met Franco Luambo (dertig jaar lang de leider van TPOK Jazz) en hij zich bij TPOK Jazz aansloot, dat hij een Congolese en internationale ster werd. Hij werd beschreven als het slimste vocale talent van de band tijdens de hoogtijdagen van de jaren tachtig. Madilu’s eerste hit met TPOK Jazz was Mamou (Tu Vois) in 1984. In de jaren negentig, na het einde van TPOK Jazz, een paar jaar na de dood van zijn leider Franco in 1989, begon Madilu met zijn eigen solocarriere met het uitbrengen van een album genaamd Sans Commentaire. Er zouden nog zes albums volgen. In 2007 reisde Madilu naar Kinshasa om video’s op te nemen voor zijn nieuwe nummers. Hij zakte op vrijdag 10 augustus van dat jaar in elkaar. Hij werd naar het Universitair Ziekenhuis in Kinshasa gebracht, waar hij de volgende ochtend, zaterdag 11 augustus 2007, overleed. Zijn laatste en zevende album La Bonne Humeur werd postuum uitgebracht. En dat is net als die van bijvoorbeeld Zaiko Langa Langa een hele mooie. Afrikaanse rumba is prachtige dansbare feestmuziek.

(1312) Mari Boine – Idjagiedas (In The Hand Of The Night) (2006)

Mari Boine is een Noorse Sami zangeres, geboren en getogen in Gamehisnjarga, een dorp aan de rivier de Anarjohka in de gemeente Karasjok. Idjagiedas (In The Hand Of The Night) is haar twaalfde album, uitgebracht in 2006. Ze combineerd een vorm van Sami joik-zang met pop en rock. Haar speciale manier van zingen wordt gebruikt in combinatie met Afrikaanse instrumenten als de marimba, berimbau, gimbre, darbouka, kora en de mbira, dat van dit alles een spiritueel album maakt dat je in een trance achtige toestand kan brengen en een verrijkt gevoel geven kan. De nummers op deze CD gaan veel over haar Sami cultuur, over shamans, over traditionele Sami kleding, het verlies van Sami genezingmethoden, over watervallen, fjorden, rendieren, uilen, adelaars, vossen, en over de schoonheid en wildheid van Sapmi (de Sami landen verenigd in het noorden van Scandinavie van Noorwegen, Zweden, Finland en van het schiereiland Kola in Rusland) waar ze dus vandaan komt. Betoverende mummers als Uldda Nieda, Suoivva, Mu Ustit Engeliid Sogalas, Davvi Bavttiin en Big Medicine, het enige nummer gezongen in het Engels, zijn zeker de moeite waard. In 1993 werd Boine de eerste ontvanger van de Aillohas Music Award, een Sámi muziekprijs die werd uitgereikt door de gemeente Kautokeino en de Kautokeino Sami Association, om de belangrijke bijdragen te eren die de ontvanger of ontvangers hebben geleverd aan de diverse wereld van Sami muziek.

(1313) Neutral Milk Hotel – In The Aeroplane Over The Sea (1998)

Neutral Milk Hotel was een Amerikaanse band die in 1989 werd opgericht door Jeff Mangum in Ruston, Louisiana. Was actief tot 1998 en daarna van 2013 tot 2015. De twee albums die de band uitbracht waren On Avery Island uit 1996 en deze In The Aeroplane Over The Sea uit 1998. Dit tweede album werd geprezen om zijn unieke instrumentatie en springerige popmelodieen, mede gecreeerd door het gebruik van koperblazers, zingende zaag en doedelzak. Door dit album kreeg de band een enorme cult aanhang. Spanningen, hoge verwachtingen en persoonlijke problemen van Mangum zorgden er echter voor dat dit meteen ook het laatste album was. De muziek van de band bevatte een opzettelijk geproduceerd lo-fi geluid, beinvloed door indierock en psychedelische folk, Oost-Europese koormuziek, free jazz, tropicalia, Canterbury Sound en circus-, fanfare- en  dronemuziek. Mangum schreef surrealistische en ondoorzichtige teksten die een breed scala aan onderwerpen behandelden, waaronder liefde, spiritualiteit, nostalgie, seks en eenzaamheid. Het zijn bitterzoete beschrijvingen over veel triestheid in het leven. De surrealistische beelden die hij oproept in King of Carrot Flowers pts 1, 2 & 3 en Two-Head Boy pts 1 & 2 zijn prachtig. In de nummers Holland 1945 en Oh Comely word gedeeltelijk verwezen naar Anne Frank. Het nummer The Fool zou je kunnen gebruiken voor een begravenisstoet. In The Aeroplane Over The Sea is een krachtig en rusteloos album. Een muzikaal en tijdloos kunstwerk. Het album werd uitgebracht door Domino.

(1314) Kurt Vile – Smoke Ring For My Halo (2011)

Smoke Ring For My Halo is het vierde studioalbum van de Amerikaanse (Lansdown, Pennsylviania) indierockmuzikant Kurt Vile. Hij staat bekend om zijn eigen solowerk (in 2023 verscheen er nog een nieuw album van hem: Back To Moon Beach) zijn werk met Kurt Vile and The Violators en als de voormalige leadgitarist van The War on Drugs. Smoke Ring For My Halo uit 2011, was niet bepaald een commercieel succes, maar schopte het wel tot nummer 154 in de Billboard Top 200, zijn eerste album dat terecht kwam in die lijst. Het album is opgenomen samen met Adam Grandduciel, frontman van The War On Drugs en met Jesse Trbovich en Mike Zanghi van The Violators. Op het album laat Vile een warm en geborgen geluid horen – samen met hem rond een kampvuur te zitten ergens op een strand is makkelijk voorstelbaar – en dat leverd een geslaagd meestal akoestisch gitaar album op. Van de mooie fingerpicking nummers Peeping Tomboy en Runner Ups tot en met het meeslepende titelnummer Smoke Ring For My Halo, waarbij zijn gitaar klinkt als die van Neil Young (soms denk je dat je naar On The Beach zit te luisteren), laat hij blijken dat hij gevoelige liedjes kan schrijven die je bijblijven. Uitgebracht door Matador (AT 1760 – o.a. Pavement, The Jon Spencer Blues Explosion, Car Seat Hadrest, Stephen Malkmus & The Jicks, Shearwater en Times Nw Viking).

(1315) Willy Mason – If The Ocean Gets Rough (2007)

Willy Mason werd geboren in White Plains, New York, als zoon van Jemima James en Michael Mason, beiden songwriters. Hij is een directe afstammeling van de negentiende eeuwse filosoof William James, de broer van romanschrijver Henry James. Schrijven zal dan waarschijnlijk wel in zijn genen zitten. Een titelloze EP uit 2004 was zijn eerste commerciele release. Zijn populariteit steeg echter snel nadat Sean Foley, een medewerker van muzikant Conor Oberst, zijn muziek ontdekte in een lokale radio uitzending op Martha’s Vineyard. In de zomer van 2004 reisde hij samen zijn broer naar de Old Soul Studios in de Catskill Mountains, New York, om daar zijn debuut Where The Humans Eat op te nemen. Dat album werd later in dat jaar uitgebracht. Hij was toen pas twintig jaar oud. Mason bracht zijn tweede album, If The Ocean Gets Rough, uit in 2007. Op dit album blijkt hij een indrukwekkende liedjesschrijver te zijn, in staat om volwassen stukken te construeren die een gevoel van vertrouwdheid hebben, maar toch nieuw en uniek klinken. waarbij hij persoonlijke verhalen combineert met sociaal-cultureel commentaar, If The Ocean Gets Rough is een integer album van een integere artiest met mooie nummers als We Can Be Strong, I Can’t Sleep, When The River Moves On, The End Of The Race en When The Leaves Have Fallen. Uitgebracht door Virgin.

(1316) Stephen Malkmus and the Jigs – Wig Out At Jagbags (2014)

Stephen Malkmus was in een grijs verleden de zanger en gitarist van Pavement, waarvan in 1999 het vijfde en tot nu toe laatste album verscheen. Hij is tevens actief in andere projecten geweest. Er verschenen solo albums van hem, van Silver Jews, The Crust Brothers en ook van The Jicks. Van Stephen Malkmus and the Jicks is dit het zesde album. En waarop zijn typische gitaargeluid te horen is, dat niet makkelijk in het gehoor ligt, nee hij is niet een van mijn favoriete gitaristen, maar als je er een tijdje naar luisterd hoor je toch fraaie dingen. Er zit veel melodie in zijn gitaargeluid. Zijn lijzige zangstem bevalt me ook zeer zeker. Zelfgenoegzaamheid lijkt niet in zijn genen te zitten, maar zet hem er toe om gewoon mooie en eerlijke muziek te maken. Het gaat er vaak helemaal niet om om zuiver te kunnen zingen, blijkt maar weer eens ook in zijn geval, maar om emoties te tonen. Om een nederig mens te willen zijn. Zijn stem en zijn manier van zingen doet me af en toe daarom aan Ray Davies denken. De boodschap (met humor) is soms belangrijker dan om perfect te willen zijn. In de teksten zit een zekere directheid met leuke woordspelingen. Voorbeelden daarvan zijn Planetary Motion, Houston Hades, Cinnamon And Lesbians en Surreal Teenagers. Hoewel je er moeite voor moet doen om je te hechten aan Wig Out At Jagbags is het een leuk album met soms prettige verassingen met zelfs een Nederlands en Belgisch tintje. Opgenomen in La Chapelle Studios in Belgie en gemixed in Ijland Studio in Amsterdan door Remko Schouten. Uitgebracht door Matador (AT 1760 – o.a. Pavement, The Jon Spencer Blues Explosion, Car Seat Headrest, Cat Power en Interpol).

(1317) Wilco – The Whole Love (2011)

The Whole Love is het achtste studioalbum van de Amerikaanse rockband Wilco, uitgebracht in 2011. Het werd tussen 3 en 4 september van dat jaar vierentwintig uur lang live gestreamd op Wilco’s officiele website, en later ook op de National Public Radio in de VS. Belangrijkste man Jeff Tweedy, samen met zijn mede bandleden Glenn Kotche, Nels Cline, Mikael Jorgensen, Patrick Sansone en John Stirratt laten op overtuigende wijze deze uitstekende alt country tot ons komen. Het zijn begenadigde muzikanten zondermeer. The Whole Love is een ondoorgrondelijk creatief album dat door zijn onvoorspelbaarheid heel knap gemaakt is. Het ene nummer is eigenlijk nog mooier dan het andere. Sommige nummers hebben een wat grimmig en rafelig randje maar het is toch een zeer warm album met prachtige ingetogen luisterliedjes als Black Moon, Open Mind en Rising Red Lung. Ambachtelijk gemaakt met mooie arrangementen. Als je er goed naar luisterd, zoals naar Capitol City bijvoorbeeld, kom je er achter hoe goed die allemaal in elkaar steken. Het afsluitende twaalf minuten durende nummer One Sunday Morning (Song For Jane Smiley’s Boyfriend) snijdt dwars door je ziel. Het album werd uitgebracht op Wilco’s eigen label dBpm. 

(1318) Cluster – Zuckerzeit (1974)

Cluster was een Duits muzikaal duo bestaande uit Hans-Joachim Roedelius en Dieter Moebius, die hiermee in 1971 begonnen en geassocieerd werden met de West-Duitse krautrock muziekscene. Ontstaan uit de Berlijnse groep Kluster (met een K) waarmee ze samen met Conrad Schnitzler (Tangerine Dream) al eerder in 1969 waren begonnen. Van beidde bands zouden er geregeld albums verschijnen tot en met de jaren nul. In 1971 verhuisden ze naar het plattelandsdorp Forst, in Nedersaksen, waar ze een studio bouwden en samenwerkten met weer andere muzikanten als Conny Plank, Brian Eno en Michael Rother (Harmonia). Op Zuckerzeit, net als die van Harmonia Musik Von Harmonia uit 1974, staan elf korte nummers, met als enige uitzondering Rote Riki, dat zes minuten duurt. Deze korte nummers van rondom de twee en drie minuten zijn meteen ook de kracht van dit album: alle tracks geven je net genoeg gewenning om weer naar het volgende nummer te luisteren. Het is een goede mix van soundscapes en elektronische popmuziek. En op een bepaalde manier geeft dat veel diepgang. Deze nummers klinken zeer innovatief: het is transcendente drone muziek met mooie melodieen (het hele album is instrumentaal) en herhalende ritmes die zeer interessant in elkaar steken. Het hele album is een samenhangend geheel, een soort van levend organisme. Dit album overtreft wat mij betreft ook een groot aantal andere albums in mijn 1760 lijst met krautrock, die van Neu!, Kraftwerk, Ash Ra Temple, Tangerine Dream, Guru Guru, Tangerine Dream, Klaus Schulze en ook die van Harmonia. Uitgebracht door het Duitse Brain label (AT 1760 – Neu!, Harmonia, Klaus Schulze). Geproduceerd door Michael Rother van Neu! en Harmonia.

(1319) Harmonia – Musik Von Harmonia (1974)

Was een kortstondige Duitse supergroep van leden van Cluster (Hans-Joachim Roedelius en Dieter Moebius) en Neu! (Michael Rother). Opgericht in ’73 bracht deze krautrockband twee albums uit: Musik Von Harmonia in ’74 en Deluxe in ’75. Brian Eno bleek een grote fan van deze band te zijn en werkte in 1976 met hen samen waarvan de opnames later op een album Tracks And Traces in 1997 zouden verschijnen. Musik Von Harmonia is een collage van sonische geluidsimpulsen, met veel bliebjes en minimalistische elektronika. Soms wat statisch en mechanisch waarin het ritme de muziek zelf is: als een geslaagd experiment dat soms overdonderd. Het album begint meteen al goed met het repeterende geluid van Watussi, wat op het eerste gehoor als een soort van computerprogramma lijkt te klinken. Erg vernuftig. Het meer dan tien minuten durende Sehr Kosmisch klinkt inderdaad zeer kosmisch. Het lijkt in de ruimte te zijn opgenomen met opnames van nieuw ondekt buitenaards leven. Sonnenschein is echt een track dat bij je blijft hangen. Het is een soort van psychedelische trip naar het uiteinde van het universum. Op Ahoi! gaat het meer de ambient kant op. En Veterano klinkt weer heerlijk steriel. De hele CD is echt fantastisch. Het is een meer dan plezierige luisterervaring. 1974 blijkt mede door dit album een bijzonder muzikaal jaar te zijn geweest.

(1320) Allah-Las – Allah-Las (2012)

In september 2012 bracht Allah-Las, afkomstig uit Los Angeles, hun titelloze debuut uit. Opgericht in 2008 door Miles Michaud (zang, gitaar), Matthew Correia (percussie, zang), Spencer Dunham (bas, zang) en Pedrum Siadatian (leadgitaar, zang), allen werknemers van een grote platenzaak op Sunset Boulevard die gek waren op vintage geluiden uit de jaren zestig. Dit album is een zeer wonderlijke. Het brengt je terug naar de zonnige dagen van de westkust van de Verenigde Staten in de jaren zestig. Het is een soort van mengeling van garage en surf, hoorbaar met veel passie gemaakt. Deze dromerige romantiek. over zorgeloosheid en vrijheid, roept een sfeer op van zowel vrolijkheid als melancholie. Deze rustige en ingetogen liedjes met lekker veel galm en reverb, een aantal instrumentaal, en allemaal in hetzelfde tempo op twaalfsnarige gitaren gespeeld, kabbelen met een relaxte, krakkemikkerige en lekkere slordige sound, door het hele album heen. Catamaran, Don’t You Forget It, Busmans Holiday, Vis-A-Vis en Seven Point Five klinken geweldig. Ze zijn een lust voor het oor alsof je de vroege Stones, Byrds, Love en The Zombies erin terug hoort. Maar is ook te vergelijken met andere garage rock en garage rock revival bands als The Fugs, The Seeds, The Sonics, The Hives, The White Stripes en Parquet Courts. Uitgebracht door Innovative Leisure/V2.

BACK ON TOP

Albums 1321-1330

(1321) Tame Impala – Lonerism (2012)

Tame Impala is het psychedelisch muziekproject van de Australische multi-instrumentalist Kevin Parker, die dit oorspronkelijk bedacht in 2007. Na een reeks singles en EP’s werd in 2010 zijn debuut studioalbum, Innerspeaker, uitgebracht, dat goed werd ontvangen door critici. Parker’s opvolger uit 2012, Lonerism, werd ook geprezen, bereikte de platinastatus in Australie en ontving een Grammy Award-nominatie voor Best Alternative Music Album. Lonerism werd geschreven, opgenomen, uitgevoerd en geproduceerd door hemzelf, met live-lid Jay Watson (van de mede Australische psychedelische rockband Pond) assisterend op twee nummers, Apocalypse Dreams en Elephant (piano en keyboards) welk nummer op single is uitgebracht en meer een stoner rock gitaarnummer is. Het album laat een psychedelische poppy geluid horen, bevat hier en daar wat gitaren maar voornamelijk veel synthesizers en ook samples. Veel nummers bevatten omgevingsgeluiden die door Parker zijn opgenomen met een dictafoon. Het is een vloeibaar album dat constant in beweging blijft. Alsof je soms de psychedelische nummers van The Beatles hoort in een modern jasje (zijn stem lijkt op die van Lennon). Het album maakt een bedwelmend en hallucinerend geluid, en lijkt een regelrechte space trip te zijn, haast verdrinkend in een draaikolk waaruit je niet kunt ontnappen. Lonerism is tevens een toegankelijk album met veel galm en effecten. Natuurlijk zijn er meer psychedelische albums gemaakt, maar deze uit 2012 is zeker een zeer geslaagde. Een creatief persoon is deze Kevin Parker dan ook beslist. Uitgebracht door Modular Records (AT 1760 – The Avalanches).

(1322) Django Django – Django Django (2012)

Django Django is een Schotse indie electronic band bestaande uit David Maclean (drummer), Vincent Neff (zanger, gitarist), Jimmy Dixon (bassist) en Tommy Grace (synthesizer) die elkaar leerden kennen op het College of Art in Edinburgh (AT 1760 – The Incredible String Band, Silly Wizard, Boards of Canada, The Proclaimers) van wie de bandleden ooit de moeite namen om duidelijk te maken dat de naam van de band niets met Django Reinhardt te maken heeft. Informatie die men toen belangrijk genoeg vond om te delen als je twee keer Django heet blijkbaar. Deze debuut CD uit 2012 is geen gemakkelijke muziek maar wel zeer vermakelijk. Het doet soms aan One Life Stand van Hot Chip denken. Maar deze vind ik beter. Je hoort nummers die alle kanten opgaan: van pulserende elektronische klanken, psychedelica, krautrock, folk, surf en world. Je wordt letterlijk overvallen door al deze rijke muzikale nummers. die zeer natuurlijk in elkaar overgaan. Mysterieus klinken ze ook nog eens. Vrolijk wordt je zondermeer van Zumm Zumm (dat klinkt als een Atari computer) Defauld, Firewater en Waveforms. Deze nummers beginnen nooit te vervelen. Niet voor niets had deze CD in 2012 lovende kritieken. Een aantal nummers zijn gebruikt in video games, reclamefilmpjes en speelfilms. Geproduceerd door Django Django zelf en uitgebracht door Because Music (AT 1760 – Amadou & Mariam, Charlotte Gainsbourg, Christine and The Queens, Selah Sue).

(1323) The Decemberists – The King Is Dead (2011)

Nadat de koningin al dood bleek te zijn (The Smiths) kwamen The Decemberists met The King Is Dead. Het zesde album van deze band uit Oregon. Uitgebracht in 2011. Nadat de vorige albums flink geinspireerd bleken te zijn door Engelse folk tradities, blijkt dit album meer een hommage te zijn aan de rijke Amerikaanse volksmuziek en de meer recentere Amerikaanse muzikale geschiedenis. Dichter bij huis dus. Het is een album dat zeer toegankelijk is en daarom een tractatie voor je oren. De schoonheid zit bij dit album in de eenvoud. Het blijkt veel twangy country invloeden te hebben. En ja, een aantal nummers doen ook aan R.E.M. denken. Misschien ook wel omdat op drie ervan Peter Buck meespeelt. Het openingsnummer, Don’t Carry It All, begint meteen al goed, en lijkt een eerbetoon te zijn aan The Band (ik hoor tenminste overeenkomsten met It Makes No Difference). In Down By The Water en June Hymn hoor je een mondharmonica dat door Neil Young gespeeld zou kunnen zijn. Box In The Box dat nog het meest lijkt terug te grijpen, heeft een blue grass, appalachian sfeertje. Januari Hymn en June Hymn, zijn een soort antwoord op April Come She Will van Simon & Garfunkel. Mooiste nummer op deze CD is echter June Hymn. Gastbijdragen zijn van o.a. ook van David Rawlings en Gillian Welch. Alles opgenomen in een schuur. En dat doet ook weer aan The Band en Neil Young denken. Het hele album is perfect in evenwicht. Uitgebracht door Rough Trade en mede geproduceerd door Tucker Martini (o.a. engineer op een paar albums van Rosanne Cash, R.E.M. Sufjan Stevens, Bill Frisell en op het album van Jim James in mijn 1760 lijst).

(1324) The New Basement Tapes – Lost On The River (2014)

In 1969 verscheen in een aantal platenwinkels in de VS een bootlegalbum getiteld Great White Wonder. Pas in 1975 verscheen het officiele album The Basement Tapes van Dylan samen met The Band. Tijdens die sessies in Woodstock waren ongeveer honderd nummers opgenomen. In zijn geheel te horen op The Bootleg Series Vol. 11. De twintig nummers op Lost On The River zijn gebaseerd, en ontdekt in 2013, op Dylan’s onvoltooide teksten die hij in zijn eigen huis tussen zijn motorongeluk in 1966 en de eerste opnames in The Big Pink had geschreven, waarmee hij blijkbaar nooit de moeite had genomen om er ooit nog iets mee te doen. De muzikanten op deze CD van The New Basement Tapes (juist zo heet de band en is niet te titel van het album) verdienen zeker respect voor dit project. Elvis Costello, Rhiannon Giddens, Jim James, Marcus Mumford (Mumfort & Sons) en Taylor Goldsmith (Dawes), en op achtergrondzang o.a. de drie zussen van Haim, hebben er hun eigen muziek van gemaakt. Jammer genoeg is dat toch niet helemaal gelukt, want de meeste nummers weten me toch niet te raken. Quick Like A Flash met Jim James, Golden Tom – Silver Judas met Elvis Costello, Liberty Street met Taylor Goldsmith en Spanish Mary, Hidee Hidee Ho #16, Duncan And Jimmy en Lost On The River #20 met Rhiannon Giddens kunnen me nog het meest boeien. Dat typische geluid uit de kelder van Big Pink wordt hier uiteraard niet benaderd. Intrigerend is wel om nooit te weten te komen hoe deze nummers zouden hebben geklonken als Dylan ze zelf op een LP had gezet ergens in 1967. Geproduceerd door T-Bone Burnett (AT 1760 – The Wallflowers, Counting Crows, Robert Plant & Alison Kraus).

(1325) Alabama Shakes – Boys & Girls (2012)

Rock en blues met veel soul. Ja dat kan. En deze soul komt uit Athens, Alabama, zoals de naam van de band al aangeeft. Was een hype in 2012 toen dit album uitkwam. Maar of deze band nog bestaat, mag afgevraagd worden. Na het tweede album uit 2015 is er geen nieuwe CD meer verschenen. Boys & Girls is een smaakvol album, dat rauw, fris en oprecht klinkt. Zangeres Brittany Howard (zang, gitaar, piano, percussie) met haar zuiderlijke Stax en Muscle Shoals twang in haar ook vaak snikkende vocalen, heeft wat mij betreft net zo’n prettige stem als die van Amy Winehouse, Sharon Jones, Selah Sue en Duffy, die vaak emotioneel en meeslepend is. Zelfs Janis Joplin komt even om de hoek kijken in het nummer You Ain’t Alone. Het hele album heeft een bepaalde lichtheid met veel ruimte tussen alles in. Veel nummers gaan over pijn en verlangen, maar die lijkt omgezet te zijn in positieve energie, dat intiem overkomt. De openingstrack op dit album, Hold On, is uitgebracht als single. En alle overige nummers, zoals I Found You, Rise To The Sun, Heartbreaker, Be Mine en On Your Way, zijn meer dan uitstekend. Mede geproduceerd door Andrija Tokic (Ian Noe, 2022). Uitgebracht door Rough Trade.

(1326) Varttina – Iki (2003)

Varttina is ooit opgericht door de twee zussen Sari en Mari Kaasinen, woonachtig in het Finse stadje Raakkyla vlakbij de Russische grens. Op het eerste album Varttina (alleen op vinyl en cassette) uit 1987, bestond deze groep toen uit een eenentwintig leden tellend kinderkoor. De line-up van de band heeft in de loop der jaren echter veel veranderingen ondergaan. Het album Oi Dai uit 1991 was behoorlijk succesvol met een grote doorbraak als gevolg. Op Iki, uit 2003, bestaat de band uit de drie zangeressen Mari Kaasinen, Susan Aho en Johanna Virtanen, die met hun prachtige driestemmige vocalen, gezongen in een Fins dialect, begeleid worden door muzikanten op gitaar, saz, dobro, kantele, bouzouki, cava, fluit, viool, jouhikko, accordion en dubbele bas. De muziek laat zich het best omschrijven als folk pop en heeft raakvlaken met The Corrs uit Ierland, het Belgische Urban Trad en met landgenoten Troka. Het klinkt erg origineel en oorspronkelijk. Sommige nummers doen aan als oermuziek, direct aan de oppervlakte gekomen uit een bron van oude rituelen; als heksachtige wezens zittend op groen mos in schilderachtige bossen zingen deze zangeressen overtuigend hun eigen gecreerde hymnes die soms engelachtig overkomen. Luister bijvoorbeeld naar Tuulen Tunto, Maahinen Neito en vooral naar Sepan Poika, Vihi, Nahkaruoska en Potran Korean en je bent verkocht. Uitgebracht door Frea Records.

(1327) Zaiko Langa Langa – Sans Issue (1998)

Zaiko Langa Langa is een Congolese rumbaband (die nog steeds bestaat en meer dan dertig studioalbums heeft uitgebracht – de laatste verscheen in 2019) die in december 1969 in Kinshasa werd opgericht door D.V. Moanda, Henri Mongombe, Marcellin Delo en André Bita, en is voortgekomen uit het Orchestre Bel Guide National, dat wordt gezien als de voorloper van dit orkest. Zaiko Langa Langa wordt beschouwd als een van de meest innovatieve en invloedrijke groepen in de Afrikaanse muziek. De band is een broedplaats geweest voor prominente artiesten als Papa Wemba, Bozi Boziana, Dindo Yogo, Evoloko Jocker en N’Yoka Longo, die allemaal een eigen succesvolle carriere hebben opgebouwd. Zaiko Langa Langa was een van de groepen die deel namen aan het beroemde Zaire ‘ 74 muziekfestival (ter ondersteuning van de bokswedstrijd van Mohammed Ali en George Foreman, dat uiteindelijk niet doorging) samen met TPOK Jazz, Tabu Ley Rochereau, Orchestre Stukas, B.B. King, Bill Withers, Miriam MakebaJames Brown en vele andere Afrikaanse muzikanten. Sans Issue, gespeeld door zeventien muzikanten, is een echt wereld album: Ou Es-Tu Lomas en Gabin Tembo hebben door de accordion iets weg van zydeco, en het afsluitende nummer Isey Dieu Merci heeft iets weg van de rumba uit Cuba. Alle nummers op het album, zoals Anticorps, Jessica O’, Maloba Ya Ba Nkoko, Un Garcon De Suisse en L’Essentiel zijn voorbeelden van deze prachtige Afrikaanse muzikale cultuur. Het hele album is een waar genoegen om naar te luisteren. De opzwepende maar ook zachtaardige gitaren ondersteunen de solisten, achtergrondzangers en zangeressen, op z’n dergelijke manier dat je hiervan zondermeer vrolijk wordt. Deze dansbare klanken zijn geschikt voor elk feest. Het is een album waarop je de liefde voor het samen spelen duidelijk kunt horen. Oorspronkelijk in 1998 door Sun uitgebracht en in 2007 (de versie die ik heb) uitgebracht door het Franse Village Records.

(1328) The Antlers – Hospice (2009)

The Antlers afkomstig uit Brooklyn, New York City, is een indie rockband en heeft tot en met 2021 zes albums uitgebracht. Hospice, een conceptalbum uit 2009, is het derde album. Waren de eerste twee CD’s in feite soloprojecten van oprichter Peter Silberman: dit was een album waarop hij The Antlers voor het eerst als een volwaardige band liet opereren (drummer Michael Lerner en multi-intrumentalist Darby Cicci werden vaste leden). Hospice vertelt het verhaal van een relatie tussen een hospicemedewerker en een vrouwelijke patient die lijdt aan terminale botkanker. De nummers over hun daaruit voortvloeiende romance en hun langzame neerwaartse spiraal als gevolg van de trauma’s, angsten en ziekte van de vrouw, gaan in feite over schuld, plicht, wanhoop en sterfelijkheid. Tekstueel is Hospice een loodzwaar album. Maar mede door die poetische teksten en de falsetto stem van Silberman, toch wel heel mooi. Vier nummers, Kettering, Thirteen, Two en Shiva worden gezongen door Sharon Van Etten en Bear, Two en Sylvia werden uitgebracht als single. Uitgebracht door Frenchkiss Records.

(1329) Man Man – Life Fantastic (2011)

Uitgebracht in 2011. Rock met een hoog vaudeville en barok gehalte en met een rijk geluid van verschillende instrumenten. Experimenteel kun je dit vierde album van Man Man gerust wel noemen. Afkomstig uit Philadelphia en onderandere bestaande uit zanger en multi instrumentalist Ryan Kattner, weten deze mannen behoorlijk wat in hum mars te hebben. De eerste nummers van dit album lijken op het eerste gehoor wat rommelig en chaotisch te zijn, maar ze blijken zeer goed in elkaar te zitten. Het derde nummer, Steak Knives, is werkelijk prachtig. Aan elke seconde op dit tweeenveertig minuten durende album lijkt flink nagedacht te zijn. Het is een album waarvan je gaat houden. Het is een carnaval van verbeeldingskracht, een muzikaal circus dat van begin tot eind weet te boeien. De stem van de zanger heeft in sommige nummers iets weg van Tom Waits. en ook qua muziek doet het soms aan hem denken. Haute Tropique is een typisch Waits nummer, inclusief xylofoon en verassende wisselingen in de compositie. Het is een met recht geslaagd muzikaal avontuur dat ook nog eens eindigd met het schitterende Oh, La Brea. Als muziek kunst is dan is Life Fantastic daar een voorbeeld van. Uitgebracht door ANTI- (AT 1760 – o.a. Grinderman, Ramblin’ Jack Elliot, Jolie Holland en Mavis Staples) en geproduceerd dor Mike Mogis (AT 1760 – Bright Eyes, Monsters Of Folk, First Aid Kit).

(1330) Scissor Sisters – Ta-Dah (2006)

Er staan een paar aardige nummers op deze uit 2006 verschenen tweede CD van Scissor Sisters. Deze dance pop band uit New York City, best wel populair in de jaren nul dat toen de grootste popfestivals aandeed in die periode (Glastonbury 2004, Live Aid 2005) heeft maar vier albums gemaakt. Ta-Dah is helaas wat middelmatig. Eigenlijk alleen het openingsnummer I Don’t Feel Like Dancin’ vind ik boven de rest uitsteken. Twee of drie andere nummers vind ik ook nog wel gaan. Maar al die andere tracks lijken wat mij betreft net een beetje teveel op de artiesten die de bandleden blijkbaar zelf heel goed vinden. Het nummer Lights klinkt als The Bee Gees, Ooh klinkt als Daft Punk, Kiss You Off klinkt als Blondie, The Other Side klinkt als Bowie, Intermission heeft wat weg van When I’m Sixty-Four van The Beatles en She’s My Man lijkt op I’m Still Standing van Elton John. Het is een wat grillig album, poppie, campy en cartoonesk, maar blijkt helaas net allemaal net iets teveel “geleende” nummers te hebben om het bij me te laten beklijven. Ondanks de medewerking van Elton John, Carlos Alomar en Joan As Policewoman, die ook op dit album te horen zijn. Uitgebracht door Polydor.

BACK ON TOP

Albums 1331 -1340

(1331) Metronomy – The English Riviera (2011)

The English Riviera is het derde album van deze band uit Totnes, Engeland. Bestaande uit multi-instrumentist en oprichter Joseph Mount, gitarist, saxofonist en toetsenist Oscar Cash, bassist Olugbenga Adelekan en drummer Anna Prior. The English Riviera, uit 2011, is het eerste album, waarop deze laatste twee te horen zijn. De muziek heeft veel overeenkomsten met dat album van Hot Chip in mijn 1760 lijst. Maar deze vind ik beter. Het kwam in heel wat lijstje in de top tien terecht van beste albums van 2011. De CD begint met het geluid van meeuwen (opgenomen in zuid-Devon) en een strijkerskwartet en kabbelt dan richting een constant zomers geluid. Dat gevoel blijkt zeer aangenaam te zijn, waarbij het ene wonderlijke nummer (The Look) wordt opgevolgd door het andere wonderlijke nummer (She Wants) met een aanlokkelijk gecreerd klankenpalet, zeer strak geproduceerd, met pakkende harmonieen en met de mix van gitaarpartijen en toetsen als golvende sonische geluiden dansend in de wind. Bij de nummers Everything Goes My Way, met de leadzang van gastzangeres Roxanne Clifford, Trouble en Some Written wil je meteen je handdoek op het strand leggen en met een koptelefoon op je oren voorlopig ook blijven liggen. De zee in duiken komt later wel. Het geeft je een heel relaxed gevoel. Een laatste waarschuwing! Zeer verslavend! Uitgebracht door Because Music (AT 1760 – Amadou & Mariam, Charlotte Gainsbourg, Django Django, Christine and the Queens, Selah Sue).

(1332) King Gizzard & The Lizard Wizard – Flying Microtonal Banana (2017)

King Gizzard & The Lizard Wizard is een behoorlijk actieve band. Sinds het eerste album uit 2012 brachten deze heren al vijfentwintig albums uit met soms wel vijf releases per jaar. Dat deden ze in 2017 en ook in 2022. Ze laten er overduidelijk dus geen gras over groeien. Zoals de titel van het album aangeeft is dit een CD dat microtonale muziek bevat. De ondertitel van het album is Explorations Into Microtonal Tuning Volume 1. Voor de muziekkenners is dit een album dat is opgenomen in kwarttoonstemming, waarbij de bandleden gebruik maken van zelfgemaakte instrumenten die speciaal hierop aangepast zijn. De naam Flying Microtonal Banana komt van Stu Mackenzie’s (een van de muzikanten van deze opmerkelijke band) op maat gemaakte gele gitaar, uitgerust met extra microtonale frets. Het album is ronduit exentriek en ook exotisch te noemen. De drie singles Rattlesnakes, Nuclear Fusion en Sleep Drifter zijn mooie voorbeelden van deze neo psychedelia. Deze Australiers weten overduidelijk wat creativiteit is. Het hebben van bepekingingen kan blijkbaar zijn vruchten afleveren (in dit geval dus een banaan) met als resultaat een psychedelische trip van hier tot Oceanie.

(1333) Kasabian – Kasabian (2004)

Heette in een ver verleden nog Saracuse, maar werd de naam veranderd in Kasabian, vernoemd naar Linda Kasabian, een van de leden van de Charles Manson Family. Heeft tot en met 2022 zeven albums uitgebracht. Een nieuw album zal in juli 2024 verschijnen. De muziek wordt omschreven als een mix tussen The Stone Roses en Primal Scream. Kasabian was het gelijknamige debuutalbum uit 2004. Het is het enige album dat niet de nummer een positie heeft ingenomen in de Engelse hitlijsten en is het eerste en laatste album waarop gitarist, toetsenist en bassist Christopher Karlof is te horen. Hij verliet de band tijdens de opnames van de opvolger Empire uit 2006. Net als zanger en frontman Tom Meighan overigens, die de band verliet in 2020. Kasabian is een intrigerend indie rock album waarop niet de gitaar op de voorgrond staat maar heel vaak de bas, samen met een overheersend geluid van synthesizers. Maar echt elektronisch is het album net niet. Soms hoor je deuntjes die je eerder hebt gehoord maar die niet storend zijn. Op het album zijn vier drummers te horen waarvan uiteindelijk Ian Matthews overbleef om vast bandlid te worden. De vier singles van het album, Reason Is Treason, Club Foot, LSF, Processed Beats en Cutt Off, hebben in de hitparades niet veel gedaan. Kasabian is een lekkere dansbare plaat. Mede geproduceerd door Jim Abbiss (AT 1760 – Arctic Monkees, Editors). Uitgebracht door RCA.

(1334) Ariel Pink’s Haunted Graffiti – Before Today (2010)

Before Today is een heerlijk bizar album dat door zijn onvoorspelbaarheid alle kanten op gaat. Het geeft een soort van psychedelisch totaal geluid in een onbeperkt surrealistisch landschap van muzikale kwaliteit. Tot dit album was Ariel Pink (lees Ariel Marcus Rosenberg) als een lo-fi zelf-made man, voornamelijk als een thuis opnemende kluizenaar bezig geweest. die met het uitbrengen van tapes van slechte opnamekwaliteit van hem een echte cult held had gemaakt. Het bereik van een groot publiek voor zijn muziek leek echter onhaalbaar te zijn. Met dit album kreeg hij echter de mogelijkheid om voor een groot label zijn muziek uit te brengen, samen met andere muzikanten en in verschillende professionele studio’s. De eerste paar nummers doen bij vlagen denken aan de Mothers of Invention. Het is een geniaal album met een uniek geluid, die door een samensmelting ook van verschillende genres en stijlen, prachtig in elkaar steken en ongrijpbaar zijn. Een van de hoogtepunten zijn Hot Body Rub, L’Estat, Fright Night, Menopause Man, met een lekker basloopje, Butt-House Blondies en Little Wig. Round And Round is gemixed in Abbey Road door Christian Wright en is als single uitgebracht. Net als Beverly Kills en Bright Lit Blue Skies. Before Today van Ariel Pink is daarom zeer geslaagd. Het is een bijzondere luisterervaring. Uitgebracht door 4AD (AT 1760 – o.a. Pixies, The Breeders, Lush, This Mortal Coil, The National en Grimes).

(1335) Panda Bear – Panda Bear Meets The Grim Reaper (2015)

Noah Benjamin Lennox, ook wel bekend als Panda Bear is bandlid van Animal Collective, waarmee hij dertien albums heeft gemaakt. Panda Bear Meets The Grim Reaper is zijn zevende soloalbum. Hij werkte hieraan bij hem thuis tijdens het opnemen van Animal Collectives’ album Centipede Hz uit 2012. PBMTGR is uitgebracht in 2015. Het is een beetje een moeilijk album. Het meerendeel van de nummers zijn nogal experimenteel en klinken wat groezelig, vaag en missen structuur. Maar hebben dan soms wel weer mooie vocale melodieen, zoals Boys Latin. De eerste drie nummers (Sequental Circuits, Mr Noah, Davy Jones Locker) kunnen me daarom totaal niet raken en klinken ronduit onsamenhangend. Een aantal van de betere nummers zijn dan weer wel Come To Your Senses (waarin hij zich constant afvraagt of je gek bent) Selfish Gene, Croswords, Tropic Of Cancer, dat een sample van De Notenkraker van Tchaikovsky bevat en Lonely Wanderer, ook met een sample van Arabesque No. 1. van Claude Debussy. Sommige nummers bevatten dus weldegelijk schoonheid, maar lang niet zo veel als op het Animal Collective album Merriweather Post Pavilion dat ik in mijn 1760 lijst heb staan (op plek 887). Uitgebracht door Domino (AT 1760 – Arctic Monkeys, Franz Ferdinand, Julia Holter, Real Estate, Peter Perrett, Villagers en Wild Beast). Panda Bear Meets The Grim Reaper is gemaakt in samenwerking met Peter Kember, ook wel bekend als Sonic Boom, van Spacemen 3.

(1336) Ty Segall – Twins (2012)

Twins uit 2012 was de derde release waarbij de Amerikaanse multi-instrumentalist (Laguna Beach, Californie) Ty Segall in dat jaar betrokken was. Hij bracht toen eerder al een album uit als The Ty Segall Band (met Mikal Cronin, een jeugdvriend van hem) en een album met White Fence genaamd Hair. Daarom is Twins het vijfde studioalbum van deze man (in januari 2024 verscheen zijn vijftiende album), die in de San Fransisco Bay Area en in Orange County, Los Angeles met verschillende underground bandjes voor deze tijd, we schrijven de periode voor 2008, ook behoorlijk actief is geweest. Twins is een psychedelische gitaarschijf. Het is een soort van constante geluidexplosie dat dan wel rechtoe rechtaan klinkt, maar best veel diepgang heeft. Het bevat pakkende riffs en heeft een lekkere fuzz. Hij trekt daarbij alle registers open. You’re The Doctor, Inside Your Heart, Ghost, They Told Me Too en Love Fuzz zijn lekker zwaar en rauw. Zijn alle nummers elektrisch: Gold On The Shore is het enige akoestisch nummer. In The Hill (met de vocalen van voormalig Thee Oh Sees bandlid Brigid Dawson) en Would You Be My Love zijn als singles uitgebracht. Segal toont zich op dit album als een zeer goede gitarist. Het is een album waarbij je je volkomen op je gemak voelt. En als je goed luisterd hoor je soms The Beatles. Uitgebracht door Drag City (AT 1760 – Bonnie ‘Prince’ Billy, The High Llamas, Joanna Newsom en in 2019 gekocht Chris Gantry).

(1337) Peter Perrett – How The West was Won (2017)

Peter Perrett, zanger en gitarist van de punk en new wave band The Only Ones (drie albums gemaakt eind jaren zeventig en begin jaren tachtig) en later van The One, bracht in 2017 zijn solo debuut uit en sinds 1996 zijn eerste release : How The West was Won. Na al die jaren voor de buitenwereld van de aardbodem te zijn verdwenen is dit een glorieuze comeback. Want dit is een zeer sterke en opmerkelijke plaat, samen gemaakt met zijn twee zoons Jamie Perrett en Peter Parrett Jr. Het blijkt een album te zijn met veel karakter, bijtende humor, zelfspot en veel zeggingskracht waar je meteen voor valt. Als een echo naar zijn eigen verleden over liefde, pijn, spijt en verlossing. Zeer sympathiek dus. Doet het eerste sterke nummer How The West Was Won en ook het mooie Sweet Endevour een beetje denken aan de stem van Lou Reed, en soms aan die van Marianne Faithfull, staan er op dit album allemaal juweeltjes. Man Of Extremes, Living In My Head, Hard To Say No, An Epic Story en Something In My Brain overstijgen de middelmaat ruimschoots. Rock ‘n’ Roll zit blijkbaar nog steeds in zijn longen. Opgenomen in Konk Studios (AT 1760 – The Kooks) door Peter Parrett zelf, zijn zoon Jamie Parrett en Chris Kimsey (AT 1760 – Marillion, Anderson Brufford Wakeman Howe). Uitgebracht door Domino.

(1338) Mana – Amar Es Combatir (2006)

Mana is een Mexicaanse (AT 1760 – Maldita Vecindad, Roodrigo y Gabriela, Cafe Tacvba, Panteon Rococo, Molotov, Hocico) pop rock band met latin rock invloeden uit Guadalajara. Sinds hun doorbraak in 1990 heeft de band inmiddels meer dan twintig miljoen albums verkocht. In 2006 bracht de band Amar es Combatir uit, een productie die resulteerde in vijf singles die Mana in verschillende landen naar de top van de hitlijsten brachten. De meest opvallende nummers op dit album, met soms een aardige gitaarsolo en in het algemeen met een stevig gitaargeluid, waardoor het pop rock is inplaats van alleen maar pop, zijn Labios Compartidas en Bendita Tu Luz, waarin onder andere de Dominicaanse zanger en muzikant Juan Luis Guerra meewerkte. Ook al klinken al deze nummers op dit album een beetje als hetzelfde, zijn ze toch allemaal best leuk om te horen. Maar een wereldschokkend album is het echter niet. Opgenomen in The Hit Factory in Miami. Uitgebracht door Warner Music Mexico.

(1339) The Sheer – Feel The Need (2006)

The Sheer was een veelbelovend bandje uit Haarlem, dat in de jaren nul stevig aan de weg timmerde. Met name ook met energieke live optredens op o.a. Pinkpop, Noorderslag en Lowlands in die tijd. Ze zijn zelfs in WDR’s Rockpalast te zien geweest. Helaas door ziekte van de zanger gitarist Bart van Liemt is er sindsdien weinig meer van The Sheer vernomen (twee andere albums verschenen er van deze band ook in 2004 en 2009). Het laatste live concert bleek in 2012 te zijn geweest. De muziek op Feel The Need, uit 2006, dat bestaat uit een aantal vrolijke uptempo nummers en een paar ballads, valt misschien nog het best te vergelijken met The Kooks. Feel The Need is een prima album. waarmee de band zeker een internationale doorbraak had verdiend. Dat dat niet is gebeurd is jammer want er staan best een paar spannende nummers op dit album. The Girl That Lost Her Mind (part 1), Morning/Evening, Don’t Let Em Get Out, Stormy Weather, Better Believe It en Somebody Tell Me zijn meer dan uitstekend. The Girl That Lost Her Mind (part 2), een mooie ballad, net als From This Moment On zijn echter de hoogtepunten van het album. All I Forget (een van de drie singles) vind ik zelf een beetje zeurderig. De track Understand, ook als single uitgebracht, is te horen in het voetbalspel FIFA 07. Uitgebracht door Universal.

(1340) Bleached – Ride Your Heart (2013)

Post Punk verpakt in melodieuze punk pop uit Los Angeles, Echo Park. Hebben tot nu toe drie albums uitgebracht: Ride Your Heart (2013), Welcome The Worms (2016) and Don’t You Think You’ve Had Enough? (2019). Bleached op dit album bestaat uit de tweelingzussen Jennifer Clavin (zang, gitaar, piano, percussie) Jessica Clavin (zang, gitaar, bas, percussie) en Dan Allaire (drums en ook actief in The Brian Jonestown Massacre) die na het uiteenvallen van hun vorige band Mika Miko begonnen aan dit gloedvolle project. Op Ride Your Heart zingen deze zussen, of eigenlijk voornamelijk Jennifer Clavin, over oude vriendjes, romantiek en liefdesverdriet in pakkende fuzzy gitaarnummers als Looking For A Fight, Outta My Mind, Dead In Your Head, Dreaming Without You, Waiting By The Telephone, Love Spells, Dead Boy, Guy Like You en When I Was Yours. Met allemaal korte en snelle nummers van gemiddeld zo’n drie minuten boordevol energie. Vertederend, rauw, fris en eerlijk. Misschien wel een beetje als The Ramones. Dead In Your Head, Dreaming Without You en Searching Through The Past zijn als single verschenen. Een pure traktatie zijn deze dames uit de Sunshine State die je met deze sound zo op de surfplank ziet staan. Uitgebracht door Dead Oceans (AT 1760 – Bill Fay, Ryley Walker, The Tallest Man On Earth, Shame, Phosphorescent, Slowdive).

BACK ON TOP

Albums 1341 – 1350

(1341) GusGus – Mexico (2014)

In mijn 1760 lijst komen een aantal bands en artiesten uit IJsland (o.a. Sigur Ross, Of Monsters and Men, Solstafir, Skalmold, Bjork, Asgeir en For A Minor Reflection), zo ook GusGus. Deze band komt uit de hoofdstad van het eiland. De band dat eigenlijk geen band is maar meer een kunstenaarscollectief, met op een gegeven moment zelfs negen leden, waaronder in het begin ook Emiliana Torrini. En dit collectief bestaat inmiddels langer dan vijfentwintig jaar, met een geschiedenis van veel interne ruzies, financiele schulden, problemen met labels (met name met 4AD) en leden die de groep verlieten. Tussen 1995 en 2023 verschenen er twaalf albums en heeft de groep een lange lijst van singles uitgebracht. Ook het uitbrengen van dit album Mexico deed de verhoudingen bepaald niet goed. Op dit album bestaat GusGus enkel uit de originele leden Daniel Agust Haraldsson, Biggi Veira, Stephan Stephensen, samen met relatieve nieuwkomer Hogni Egilsson. Maar door een zoveelste ruzie zou Stephensen dit viertal echter ook verlaten. De stijl is wat te vergelijken met Daft Punk, met wat neo soul achtige invloeden. Er is nauwelijks een adempauze op het album. Soms is het extatisch en soms melodieus. En dat met sprankelende synthesizers, het nummer God Application is daar een mooi voorbeeld van, samen met donkere bassen, en zelfs een nummer met strijkers, geeft een resultaat van kunstzinnige techno dat best lekker in het gehoor ligt. Uitgebracht door het Duitse technolabel Compact.

(1342) Biosphere – Microgravity (1991)

Na twee albums verliet de Noor Geir Aule Jenssen in 1990 de dream pop band Bel Canto en debuteerde hij in 1991 onder zijn nieuwe naam Biosphere. Hij had eerder al in 1984 en in 1990 twee andere albums uitgebracht als E-Man en Bleep. Was dat album (van Bleep) The Northpole By Submarine nog een new beat/acid en techno album, Microgravity uit 1991 is meer ambient house. Het album begint nog met het ritmeloze en atmosferisch achtige Microgravity, met een sample van een dialoog uit een film. Maar met het tweede nummer Baby Satellite begint de house op dit album flink door te klinken en lijkt er vanaf dat moment een soort van ruimtereis gemaakt te worden. Gewichtloos en zonder beperkingen. The Fairytale, Cloudwalker II, ook atmosferisch, Chromosphere en Cygnus-A zijn voorbeelden daarvan. Twee andere nummers, Tranquilizer en Baby Interphase, bevatten ook samples: uit een tv serie genaamd Space: 1999. Blijkbaar heeft Jenssen iets met films (hij heeft een aantal soundtracks op zijn naam staan, waaronder de Noorse film Imsomnia, waar later een remake van is gemaakt door Christopher Nolan met in de hoofdrol Al Pacino). Dit album, net als zijn andere Substrata uit 1997, dat door veel critici uitgeroepen is tot een van de belangrijkste electronica ambient albums van de jaren negentig, is zeer rustgevend, minimalistisch, sereen, licht verteerbaar met betoverende pulserende biepjes, en danst als het ware op de golven van ruimte en tijd. En het lijkt je vooral op je gemak te stellen. Uitgebracht door R&S Records.

(1343) Starsailor – Love Is Here (2001)

Vijf albums zijn er van Starsailor, opgericht in 2000 en vernoemd naar een album van Tim Buckley, tot en met 2017 verschenen (met een gat van acht jaar tussen het vierde (All The Plans) en het vijfde album (All This Life). Love Is Here uit 2001 was het debuut. Het is een CD waarvan er inmiddels een 20th Anniversary re-release is verschenen, De muziek op dit album is te vergelijken met andere bandjes als Blur, Suede, The Verve, Coldplay, Doves en Travis. De smachtende stem van zanger James Walsh is het meest opvallende. Persoonlijk heeft die stem wel mijn smaak. De kunst van het overleven, met nogal een gezond portie cynisme, is een beetje het algemene thema. De meeste nummers gaan over alcoholisme, pijn, verdriet en verliefdheid. Singles van deze schijf Fever, Good Souls, Alcoholic, Lullaby en Poor Misguided Fool hebben in verschillende landen in de hitlijsten gestaan. Het blijkt volgens de eigen website van de band dat er in 2024 een nieuw album, Where The Wild Things Grow, zal verschijnen. Opgenomen in de Rockfield Studios (AT 1760 – o.a. Van der Graaf Generator, Rush, Dave Edmunds, Hawkwind, Manic Street Preachers en Judas Priest) en geproduceerd door Steve Osborne, bekend als co-producer van het U2 album Pop. Uitgebracht door Chrysalis (AT 1760 – o.a. Jethro Tull, Robin Trower, Rory Gallagher, Huey Lewis & The News, Blondie, UFO en The Proclaimers).

(1344) Kensington – Vultures (2012)

Afkomstig uit Utrecht (AT 1760 – Het Goede Doel, Urban Dance Squad, Birth Of Joy, Mister and Mississippi, I Am Oak) werd dit album van Kensington, Vultures, uitgebracht in 2012. Ontstaan uit de schoolband Quad (Casper Starreveld, Jan Haker, Lucas Lenselink, Luuk Verink) begonnen deze mannen in 2005 op te treden als Kensington, nadat gitarist Verink de band verlaten had en Eloi Youssef als nieuwe gitarist zijn plaats had ingenomen. In 2007 verscheen er een eerste EP. Vultures, dit tweede volledige album van de band, was de opvolger van Borders uit 2010. Vultures klinkt vrij energiek, maar wel met weinig variatie. Met nummers als Ride, Don’t Look Back, Kilimanjaro, We Are The Young en Call My Name, houden ze het tempo er flink in. Deze zijn allemaal Kings Of Leon en Editors achtig. Maar toch goed geslaagd. Dit album klinkt behoorlijk internationaal en gemaakt voor een breed publiek. Hoewel dan niet het beste Nederlandse album ooit, wel een product om trots op te zijn. Wat mij betreft heeft de band het beste nummer, Good Life, voor het laatst bewaard. Maar ja, ook dat is maar gewoon een mening. Opgenomen in Duitsland en gemasterd bij Sterling Sound in New York City. Uitgebracht door Universal.

(1345) alt-J – An Awesome Wave (2012)

Alt-J is een Britse indierockband opgericht in 2007. De oorspronkelijke bezetting bestond op het debuutalbum An Awesome Wave uit Joe Newman (gitaar/zang), Thom Sonny Green (drums), Gus Unger-Hamilton (keyboards/zang) en Gwil Sainsbury (gitaar/bas). Deze laatste verliet de band en was op het tweede album, This Is All Yours, al niet meer te horen. De oorspronkelijke leden leerden elkaar kennen op de Universiteit van Leeds. Na hun afstuderen verhuisde de band naar Cambridge, waar ze enkele maanden aan hun muziek werkten. Een titelloze 4-track demo werd opgenomen met producer Charlie Andrew en bevatte de nummers Breezeblocks, Hand-Made, Matilda en Tessellate. Een 7 inch single met Bloodflood en Tessellate werd uitgebracht door het label Loud and Quiet in oktober 2011. Hun eerste release in 2012 voor Infectious Music (AT 1760 – My Vitriol) was de 10 inch single Matilda/Fitzpleasure. Het werd gevolgd door Breezeblocks dat voorafging aan dit eerste album An Awesome Wave (een verwijzing naar een citaat uit de roman American Psycho van Bret Easton Ellis). Op dit debuut, dat soms iets van Radiohead weg heeft, staan een paar prachtige nummers, die excentriek en complex en slim in elkaar zitten, alsof het een soort van wiskundige formules zijn die naadloos in elkaar overgaan en waarbij je heerlijk kunt wegdromen. Als een soort behang en achtergrondgeluid dat intrigeerd, sprankeld en schitterd. En soms zeer adembenemend. Een geslaagd debuut.

(1346) Yeasayer – Odd Blood (2010)

Yeasayer was een Amerikaanse experimentele rockband uit Brooklyn, New York, opgericht in 2006, en er officieel mee opgehouden in 2019. De band bestond uit het trio Chris Keating, Ira Wolf Tuton en Anand Wilder. Tot en met 2019 heeft de band vijf albums uitgebracht. Odd Blood uit 2010 was het tweede album waarvan vier singles afkomstig zijn: Ambling Alp, O.N.E., Madder Red en I Remember. De nummers hebben voornamelijk een elektronisch geluid met een minimaal gebruik van gitaren, pas vanaf het zesde nummer Love Me Girl, en later op Strange Reunions en Mondegreen hoor je die wat meer op de voorgrond. Odd Blood is nogal een druk album. Ambachtelijk gemaakte indie elektronic. De meeste nummers, zeg maar rustig haast allemaal, zijn volgebouwd met productionele foefjes, waarin weinig ruimte voor stilte is. Het doet synthpop achtig aan, denk aan het geluid van de beginjaren van Depeche Mode, of andere bands als Erasure en Talk Talk. Het eerste nummer The Children is wat meer industrial achtig. En het begin van het nummer Rome doet weer en beetje denken aan Wham! Wat allemaal best aantrekkelijk klinkt. Uitgebracht door Secretly Canadian (AT 1760 – Songs: Ohio, Damien Jurado, Whitney, Cayucas, The War On Drugs, Cherry Glazerr).