Nieuw aangeschaft: Don’t Think Twice It’s All Right van Barbara Dickson en Red On Blonde van Tim O’Brien. Van die van Barbara Dickson zijn een paar nummers wel aardig (When The Ship Comes In, Maggies Farm, Tears Of Rage), maar verder niet echt bijzonder. Als ik een lijstje zou maken met mijn favoriete Dylan cover albums zou deze denk ik helemaal onderaan komen. Is voor m’n gevoel mischien een beetje te vergelijken met die CD’s van Judy Collins en Maria Muldaur in mijn 1760 lijst. Die andere van Tim O’Brien bevalt me beter. Hij lijkt de muziek van Dylan beter te kunnen vangen, met een meer eigen geluid. Red On Blonde is een bluegrass album met een paar hele mooie interpretaties van nummers als Tombstone Blues, Farewell Angelina, The Wicked Messenger en Masters Of War.
Deze keer geen nieuwe covers die ik nog niet in mijn verzameling had.
De drie nummers van deze CD van Sunn O))), bestaande uit de twee vaste leden Stephen O’Malley en Greg Anderson, komen van dezelfde opnamesessies als het vorige album, White1, uit 2003. Het is bepaald geen muziek om vrolijk van te worden, waarin geen ritme en melodie zit, maar wel veel feedback en soundscapes. Je moet er open voor staan, laten we het daar maar op houden. Het is zondermeer een album met veel diepgang. Zijn de eerste twee nummers, Hell-O)))-Ween en bassAliens, nog slechts een inleidend voorspel naar het totale einde (of een voorbereiding naar een nieuw begin), waarin vliegen hinderend zoemen rondom rottend vlees, is vooral het derde nummer, Decay2 (Nihils Maw), een absoluut huiveringwekkende belevenis, alsof met spookachtige kreten van biddende duivelaanhangers de mensheid voorbereid wordt op de verering en de komst van het monsterlijke gedrocht rechtstreeks uit de hel. Deze ambient achtige drone metal lijkt de perfecte soundtrack te kunnen zijn voor een uitstekende horror film. Met een gastbijdrage van Attila Csihar van Mayhem.
De mannen van Therapy? zijn ook nog steeds actief (heb wel de EP Born In A Crash uit 1996, maar heb verder nog nooit eerder een officieel album van dit trio gekocht). Hard Cold Fire is hun zestiende studioalbum inmiddels. En deze bevalt meer dan prima. Het is een vrij toegankelijk melodisch alternative metal album met lekkere zware vette riffs die zeer goed samen gaan met die prettige en krachtige stem van zanger/gitarist Andy Cairns. Al deze nummers zijn stuwend en dreigend, blijven hangen, en er wordt maar op een paar nummers gas teruggenomen, en alles in een goede balans. Woe, Joy, Bewildered Herd, Two Wounded Animals, To Disappear, Mongrel en Ugly (lijkt wel een beetje op Born To Be Wild) zijn mooie voorbeelden daarvan. Je hoort dat dit trio uit Noord-Ierland bij het opnemen van deze tien nummers duidelijk plezier heeft gehad. Om zelf ook energie van te krijgen. Uitgebracht door Marshall Records.
Tragic Kingdom was het derde studioalbum van de Amerikaanse rockband No Doubt, uitgebracht in 1995. Het was het laatste album met de originele toetsenist Eric Stefani, de broer van de zangeres Gwen Stefani, die de band in 1994 verliet, maar toch nog een rol van betekenis speelde op dit album. Tragic Kingdom hielp bij de opkomst van ska revival (Rancid, Reel Big Fish, Sublime, The Mighty Mighty Bosstones) van de jaren negentig. Tussen 1995 en 1998 werden van het album zeven singles uitgebracht, waaronder Just a Girl en Don’t Speak. Tragic Kingdom is een zeer catchy album met een stevig gitaar geluid met op een aantal nummers gebruik van blazers. Met een mengeling van ska, punk, rock, funk en pop. Het album werd opgenomen in elf verschillende studio’s in de omgeving van Los Angeles tussen maart 1993 en oktober 1995. Beste nummers zijn wat mij betreft Spiderwebs, Just A Girl, Different People, The Climb, Don’t Speak, World Go ‘Round en End It On This. Gwen Stefani zou later een popdiva solo carriere beginnen, met echt verschrikkelijke muziek, maar deze van haar met No Doubt kan ik nog steeds wel waarderen. Het werd bovendien het commercieel meest succesvolle album van de band.
Aston ‘Family Man’ Barrett was een multi instrumentalist en producer geboren op Jamaica. Hij was een oorspronkelijke Wailer. Zijn bijnaam Family Man komt al uit de tijd voordat hij kinderen had. Later zou Barrett eenenveertig kinderen krijgen. Barrett speelde voornamelijk bas, maar is op veel albums ook te horen als gitarist, toetsenist en blazer. Barrett begon zijn carriere in de nachtclubs van Kingston en speelde gitaar in de groepen The Soul Mates, The Rhythm Force en The Hippy Boys, samen met zijn broer drummer Carlton Barrett. Het hoogtepunt van de groep kwam in 1969 toen hun instrumentale single, Return Of Django, een internationale hit werd. In hetzelfde jaar sloot hij zich samen met zijn broer bij Bob Marley aan en nam hij verschillende singles van The Wailers op, waaronder Duppy Conquerer, Soul Rebel en Small Axe. Ook na het vertrek van Peter Tosh en Bunny Livingston (Bunny Wailer) bleef hij met Bob Marley samenwerken en co-produceerde hij elf albums met hem. Barrett was een van de eersten die een drummachine op een reggaedeuntje gebruikte, toen hij en The WailersNo Woman No Cry, So Jah Seh en Johnny Was opnamen. Op 26 februari 1997 trad Barrett op met Al Anderson, de familie Marley en The Fugees tijdens de internationaal uitgezonden Grammy Award ceremonies in Madison Square Garden. Een van zijn zonen, Aston Barrett Jr., is ook actief als muzikant en ook lid van The Wailers (als een spin-offf band) sinds 2016. In 2006 verloor Barrett Sr. een rechtzaak over onbetaalde royalties die hij samen had geschreven met Bob Marley.
Albums in mijn 1760 lijst waarop Aston Barrett te horen is:
(222) Bob Marley and the Wailers – Catch A Fire (bas)
(223) Burning Spear – Marcus Garvey (bas)
(416) Augustus Pablo – King Tubby Meets Rockers Uptown (bas)
(520) Bunny Wailer – Black Heart Man (bas, gitaar, keyboards)
Savoy van Tai Mahal, geboren en opgegroeid in Harlem, is een hommage aan The Savoy Ballroom, de legendarische plek waar ooit jazz en swing gespeeld werd, tussen 1926 en 1958. Het is zijn eigen The Great American Songbook. The Savoy, op 596 Lenox Avenue in Harlem, New York City, dat de World’s Finest Ballroom werd genoemd, was de plek waar zijn ouders elkaar ergens in 1938 voor het eerst hebben ontmoedt. Terug in de tijd dus met nummers van Louis Armstrong, Frank Loesser, Bessie Smith, Duke Ellington, Louis Jordan, George Gershwin, Harold Arlen en Johnny Mercer. Stompin’ At The Savoy, I’m Just A Lucky So-And-So, Summertime, Mood Indigo, Is You Is Or Is You Ain’t My Baby, Sweet Georgia Brown, Baby It’s Cold Outside (een duet met Maria Muldaur), Caldonia, Killer Joe en One For My Baby (And One More For The Road) zijn op dit album te horen. En alles gewoon live opgenomen in augustus 2022 in 25th Street Recording in Oakland, samen met uitstekende muzikanten en producer John Simon (AT 1760 – The Band, Leonard Cohen, Blood Sweat & Tears, Big Brother and the Holding Company). Tai Mahal is een levende legende waarvan ik nooit eerder ooit iets heb gekocht (schaamte, ja, schaamte). Maar de man swingt als geen ander met die mooie stem van hem. Zondermeer indrukwekkend! Uitgebracht door Stony Plain Records.
Jackie Wilson wordt beschouwd als een van de meest dynamische zangers en artiesten in de soul-, R&B- en rock and roll geschiedenis. Hij was een showman in hart en nieren. Door zijn vurigheid tijdens zijn optredens, met zijn dynamische dansbewegingen, gepassioneerde zang en modegevoel, kreeg hij de bijnaam Mr. Excitement. Zijn podiumkunsten tijdens zijn liveshows inspireerden anderen zoals James Brown, Teddy Pendergrass, Michael Jackson en Elvis Presley in hoge mate. Aanvankelijk verkreeg hij zijn bekendheid als lid van de R&B zanggroep Billy Ward and His Dominoes, bij wie hij Clyde McPhatter verving. Maar begon een solo carriere in 1957. Bekende nummers van hem zijn onderandere Night, Doggin’ Around, LonelyTeardrops en (Your Love Keeps Lifting Me) Higher And Higher. Op He’s So Fine, zijn eerste album uit 1958, zijn vijf van de twaalf nummers mede geschreven door Berry Gordy Jr. (twee jaar voordat hij Motown zou oprichten). Een van deze nummers is het onweerstaanbare Reet Petite(The Finest Girl You Ever Want To Meet), al een hit in 1957 en ook drie jaar na zijn dood postuum in 1986 (die bekende video met die klei animatie). Andere nummers geschreven door Berry Gordy Jr. op dit sfeervolle album zijn Etctera, To Be Loved, I’m Wanderin’ en It’s So Fine. Als eerbetoon bracht Van Morrison in 1972 Jackie Wilson Said (I’m in Heaven When You Smile) uit op zijn album Saint Dominic’s Preview. Het werd later nog eens gecoverd door Dexys Midnight Runners in 1982.
Vanaf het moment dat hij The Belmonts verliet bleef Dion DiMucci als solo artiest populair tot in de late jaren zestig en begin jaren zeventig. Nadat hij een periode als een Born Again Christian achter de rug had met het uitbrengen van christelijke albums als Only Jesus en I Put Away My Idols in de jaren tachtig, een paar albums voor anderen had geproduceerd, keerde hij in 1989 terug naar de mainstraim rock met het album Yo Frankie, geproduceerd door Dave Edmunds, en waaraan o.a. k.d. Lang, Lou Reed en Paul Simon hun medewerking verleenden. Vanaf 2005 sloeg hij zelfs een hele andere weg in en bracht Dion voornamelijk blues albums uit. In 2020 verscheen Blues with Friends, een album met o.a. Van Morrison, Joe Bonamassa, Brian Setzer, Jeff Beck, Paul Simon en Bruce Springsteen, met liner notes van Bob Dylan. Runaround Sue, zijn eerste solo album uit 1961, verschilt niet zo heel veel met dat album van Dion & The Belmonts uit 1958: Presenting Dion & The Belmonts. Het verschil zit hem wat mij betreft alleen in de vier nummers Run Around Sue, The Majestic, The Wanderer en Kansas City. Runaround Sue was zijn eerste poging om van zijn teen idol imago af te komen en meer als een serieuzere artiest gezien te worden. Dat lijkt me bij het horen ervan als eerste aanzet op z’n minst maar gedeeltelijk gelukt te zijn. Maar in Runaround Sue zit duidelijk wel meer rock and roll dan op dat album met The Belmonts.
To Bring You My Love was de eerste CD die ik van Polly Jean Harvey kocht. Die CD komt uit 1995. Daarna heb ik die andere twee albums, Is This Desire? en Stories From The City Stories From The Sea, van haar aangeschaft (en in 2021 ook nog dat demo album White Chalk). Op al die drie albums staan verschillende hoogtepunten. Om er een groot aantal te noemen: To Bring You My Love, Meet Ze Monsta, I Think I’m A Mother, Down By The Water, Send His Love To Me (van To Bring You My Love) Angeline, The Wind, My Beautiful Leah, A Perfect Day Elise, Catherine, Electric Light, The River (van Is This Desire?) Big Exit, Good Fortune, A Place Called Home, One Line, Beauftiful Feeling, The Whores Hustle And The Hutlers Whore, The Mess We’re In (een duet met Tom Yorke) You Said Something en Horses In My Dreams (van Stories From The City Stories From The Sea). Al deze nummers zijn allemaal geweldig. En al deze drie albums vind ik eigenlijk even goed. Maar Let England Shake, uit 2011, heb ik in mijn 1760 lijt gezet. Dit album is ronduit indrukwekkend. Het is een soort van eerbetoon en aanklacht aan haar moederland, aan het bloedige verleden. The Glorious Land, The Last Living Rose, On Battleship Hill, England, Hanging In The Wire, Bitter Branches. Het legt van Good Old England een bepaalde naakte ziel bloot, perfect door haar gebracht, dat uit haar vezels komt. Het album is net zo typisch Engels als Selling England By The Pound van Genesis en The Wall van Pink Floyd. Ze heeft een zelfde soort eerlijkheid en oprechtheidheid als bijvoorbeeld Patti Smith en Nick Cave. PJ Harvey is een artiest om te koesteren. En binnenkort dat nieuwe album, I Inside The Old Year Dying, dat in juli van dit jaar al is uitgebracht, dat ik beslist van haar ga kopen.
Er is een nieuwe top 25 in mijn Single Top 75. Gone Daddy Gone en Told You I’d Be With The Guys vanViolent Femmes en Cherry Glazerr (als singles verschenen in 1983 en in 2017) zijn nu uit de top 10 verdwenen. Two Silver Trees van Calexico is nu de nieuwe lijstaanvoerder. Linger van The Cranberries staat nu op plek 5, Rooks van Shearwater op plek 13, en That’s Not My Name van The Ting Tings staat nu op plek 23. Human van The Killers heeft deze lijst niet gehaald, en heb ik meteen in De 250 Tip Cavalcadel gezet, op plek 14 op dit moment.
Two Silver Trees / Linger / Rooks / That’s Not My Name / Human
en verder…..
EEN WILLEKEURIGE SINGLE TOP 75 AANDACHTVERDIENER
OF EENTJE DIE ER OORSPRONKELIJK IN HEEFT GESTAAN EN ER UIT IS VERDWENEN
The Dunnemin Opinion is een webpage over muziek. Het probeert de geschiedenis van de populaire muziek te doorgronden. Gebaseerd op CD’s die ik heb gekocht tot en met 2018 en die ik vervolgens in een lijst met 1760 albums heb gezet. But…..the music never stops. Gelukkig maar.
We use cookies to ensure that we give you the best experience on our website. If you continue to use this site we will assume that you are happy with it.Ok