Jim Hall

James Stanley Hall was een Amerikaans jazzgitarist, componist en arrangeur. Hij werd geboren in Buffalo, New York, en verhuisde tijdens zijn jeugd met zijn familie naar Cleveland, Ohio. Hij begon gitaar te spelen op tienjarige leeftijd, toen zijn moeder hem een instrument als kerstcadeau gaf. Als tiener in Cleveland trad hij professioneel op en nam hij ook de contrabas ter hand. In 1955 ging hij naar het Cleveland Institute of Music, waar hij compositie, theorie, piano en bas studeerde. En in 1956 verhuisde hij naar Los Angeles, waar hij klassieke gitaar ging studeren. In 1955 en 1956 speelde Hall in het kwintet van Chico Hamilton, een groep die geassocieerd werd met de cool jazz beweging, waar zijn spel de aandacht begon te trekken van critici en collega muzikanten. Hall verliet de groep van Hamilton om zich aan te sluiten bij een ander cool jazz ensemble: de Jimmy Giuffre Three. Hij nam zijn eerste soloalbum op voor Pacific Jazz in 1957, hoewel het album slechts een bescheiden impact had. In de zomer van 1959 gaf hij les aan de Lenox School of Jazz in Massachusetts. Hall toerde in de late jaren vijftig met Jazz at the Philharmonic en werkte rond deze tijd in Los Angeles met Ben Webster. In 1959 nam hij de eerste van zes albums op als solist samen met Paul Desmond. Rond 1960 verhuisde hij naar New York City en begon daar op te treden met onderandere Lee KonitzSonny Rollins en Art Farmer. Hij vormde in deze tijd ook een studiopartnerschap met Bill Evans. Als freelance studiomuzikant verscheen hij op albums van Big Joe Turner, Johnny HartmanJune Christy, Big Miller, Freda Payne, Quincy Jones, Lalo Schifrin, Oliver Nelson en Gary McFarland. Zijn freelance jazzwerk in de jaren zestig omvatte een scala aan stijlen. Hall nam bebop- en hardbopsessies op met Sonny Stitt, Nat Adderley en Sonny Rollins. Vanaf 1963 speelde hij in het studio orkest voor The Merv Griffin Show. Maar besloot aan het einde van de jaren zestig zijn tv-baan op te zeggen en actiever een solocarriere na te streven. Het Duitse MPS label bracht in 1969 Hall’s tweede soloalbum uit, It’s Nice To Be With You. In 1971 begon hij op te nemen voor Milestone Records waarbij hij drie duetalbums uitbracht met Ron Carter. Hall verhuisde naar CTI Records en maakte in 1975 het belangrijke Concierto album, samen met Paul Desmond, Roland Hanna, Ron Carter, Steve Gadd en Chet Baker, dat een financieel succes werd. Hij bleef in deze jaren over de hele wereld toeren. In 1986 was hij gastsolist in het trio van Michel Petrucciani en Wayne Shorter en trad op in de Village Vanguard met Bill Frisell. In 1990 was hij gastheer van het JVC Jazz Festival in New York. Hierna speelde hij een aantal duo concerten met Pat Metheny. In 1994 nam hij een nieuw solo gitaaralbum op. Bovendien keerde hij in 1996 terug naar Europa om een kwartet te leiden met saxofonist Joe Lovano. Hall kreeg verschillende prijzen voor zijn werk. In 1995 ontving hij een eredoctoraat in de muziek van het Berklee College of Music; in 1997 ontving hij de New York Jazz Critics Award voor Best Jazz Composer and Arranger; in januari 2004 ontving hij een NEA Jazz Masters Fellowship-prijs; en in 2006 schonk een cultureel adviseur van de Franse ambassade namens de Franse minister van Cultuur Hall de eer van Chevalier dans l’ordre des Arts et des Lettres. Zijn laatste orkestrale compositie was een concerto voor gitaar en orkest, in opdracht van de Towson University in Maryland voor The First World Guitar Congress. Hall stierf op 10 december 2013 in zijn slaap aan hartfalen in zijn appartement in Manhattan, New York.

Albums in mijn Album Top 1760 waarop Him Hall is te horen:

  • (179) Quincy Jones – Big Band Bossa Nova
  • (256) The Art Farmer Quartet – To Sweden With Love
  • (269) Paul Desmond – Take Ten
  • (283) Gerry Mulligan – Night Lights
This entry was posted in Blog and tagged , . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *