
Wanda Jackson, The Queen Of Rockabilly, was in de jaren vijftig een van de eerste vrouwelijke countrysterren. Ze werd ontdekt door countryzanger Hank Thompson, die haar in 1954 hielp een platencontract bij Decca Records te tekenen. Op Decca had Jackson haar eerste hitsingle met het countrynummer You Can’t Have My Love. Het jaar daarop begon ze te toeren met Elvis Presley, met wie ze een korte relatie had. Presley moedigde haar aan om rockabilly muziek op te gaan nemen. In 1956 tekende Jackson bij Capitol Records, waar ze volledige toestemming kreeg om zowel country als rockabilly nummers uit te brengen. Het label bracht een reeks rocksingles van haar uit, waaronder Fujiyama Mama, Mean Mean Man en de hit Let’s Have A Party. Om haar materiaal te promoten, koos het label ervoor om haar gelijknamige debuutalbum uit te brengen in 1958. De plaat mengt zowel rock- als country liedjes. Dit album is er een van prachtige eenvoud. Haar snik in haar stem is er mooi op te horen. Er staan een paar echte tranentrekkers op zoals Day Dreaming, Heartbreak Ahead, Making Believe, Here We Are Again (van The Everly Brothers) en Happy Happy Birthday, maar ook paar van die prachtige rockabilly nummers als I Wanna Waltz, Money Honey, Let’s Have A Party en Long Tall Sally van Little Richard. Wat rockabilly betreft kun je duidelijk horen dat deze zangeres net zo goed was als haar mannelijke collega’s als Elvis, Johnny Cash, Carl Perkins en Duane Eddie uit die tijd. Uitgebracht door Capitol Records en geproduceerd door Ken Nelson (AT 1760 – Gene Vincent, The Louvin Brothers).