
Ik heb Daniel Lohues altijd een beetje beschouwd als de Jack White van Nederland. Neil Young kan ook. Niet omdat hij hen nadoet, maar omdat hij volstrekt uniek is in het Nederlandse poplandschap. Als iemand die onverstoorbaar zijn eigen weg gaat. Creatief van niemand afhankelijk is. Eerlijk en oprecht en altijd dicht bij de blues. En als er iemand in Nederland is die roots muziek maakt is hij het wel. Deze CD, Ericana, vind ik echter iets minder dan die van Skik die ik in mijn 1760 lijst heb staan op plek 937. Maar deze is ook best mooi. En dat het in het Drents is maakt het alleen maar mooier. Hij zingt hoe hij denkt en zet zijn gedachten neer in aanstekelijke melodieen. Zijn liedjes, die nergens geforceerd klinken, doen heel natuurlijk aan, alsof hij ze uit de losse mouw schut. Ze zijn altijd de moeite waard om te beluisteren, En ze zijn soms ook best grappig en soms ook gevoelig en nooit sentimenteel. Zijn teksten zijn goed doordacht, en ook met zijn manier van gitaarspelen stijgt hij boven de middenmaat uit (hoewel Bernhard Gepken ook gitaar speelt op deze CD). Helaas heb ik alleen dit album van hem (Lohues is een bezige bij die vanaf 2009 haast elk jaar een CD heeft uitgebracht). Op Ericana staan veertien liedjes. Ik vind ze allemaal even mooi. Maar om er een aantal uit te lichten zou ik Liefzeer, Ik Haal Mij ’n Hond Op, Wat Niet Kan Is Nog Nooit Gebeurd (klinkt als Neil Young), Blauwe Maandag, Allennig Moe’j ’t Ok Kunnen, Mariel en Arcadie willen benoemen. Geproduceerd door Lohues zelf en de mix en de mastering is van Frans Hendrix (AT 1760 – The Pilgrims).